Naar boven

27.03.2023

Dit is een harde noot om te kraken

Milieudeskundige Franz-Theo Gottwald begeleidt de maatregelen en maakt de balans op.

“Dit is een harde noot om te kraken”

Drie bedrijven als blauwdruk. In Duitsland vindt momenteel een proefproject voor klimaatneutrale melkveehouderij plaats. Drie bedrijven doen mee aan het project met de naam “Net Zero Farming”, dat DMK helpt organiseren. Een van de pilot farms is het melkveebedrijf van de familie Kück in Gnarrenburg, Nedersaksen. Zij zijn één van de ongeveer 5.200 bedrijven die melk leveren aan DMK. Om te waarborgen dat ook hun kinderen de overstap naar een nieuw tijdperk kunnen maken en van de opbrengst van het bedrijf kunnen leven, besloten de Kücks vorig jaar aan het project deel te nemen. Voer- en energiebeheer worden bij “Net Zero” net zo verantwoord aangepast als de productie van ruwvoer. Ook worden er maatregelen getroffen om humus in de bodem op te slaan. Er worden inheemse eiwithoudende gewassen geteeld of voederadditieven gebruikt om de methaanproductie te verminderen. Bij het project zijn wetenschappelijke instituten betrokken, en verder een plantenveredelingsbedrijf, een digitaliseringsexpert voor de melkproductie, een specialist in diervoeding, een agrarisch handelsbedrijf, een consultancybureau en de jarenlange DMKklant Mars Wrigley.

 

Meneer Gottwald, als milieuwetenschapper steunt u het project “Net Zero Farming”. Waarom is het belangrijk om concepten voor duurzame melkveehouderij te ontwikkelen?

Omdat de zuivelindustrie nog steeds veel CO2 uitstoot. Het is een van de weinige sectoren die de CO2 -uitstoot sinds 1990 niet drastisch heeft verminderd, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de afval- en de energiesector. Dit komt doordat de naoorlogse landbouw voornamelijk gericht was op het maximaliseren van de opbrengst. Er zijn intensieve akkerbouw- en veehouderijsystemen ontstaan met zeer hoge emissies.

 

Hoe is dit zo gekomen?

Landbouwers hebben decennialang, gesteund door overheidssubsidies en met wetenschappelijke begeleiding, hun processen geoptimaliseerd. Dit systeem veranderen is een dubbele uitdaging. In praktisch opzicht, want bedrijven moeten in hun levensonderhoud kunnen blijven voorzien. En ook in psychologisch opzicht, omdat melkveehouders zich afvragen: hebben we dan tot nu toe alles verkeerd gedaan?

 

En is dat zo?

Zo kun je dat niet stellen. Het zijn de omstandigheden die meespelen, want in de afgelopen 70 jaar is een systeem ontstaan dat een beslissende bijdrage heeft geleverd aan de voedselzekerheid in dit land. Maar het heeft ook schade aan het milieu toegebracht. Daarom zijn we nu op een punt dat door sommigen de agrarische transitie of systeemverandering wordt genoemd. Er staat nu een geheel nieuw leerproces op de agenda, dat antwoorden moet geven op de twee grote vragen, klimaatbescherming en biodiversiteit.

 

Zou minder dieren de oplossing zijn?

Dat is te simplistisch gedacht. Wiskundig gezien klopt dit misschien, en dat is ook het uitgangspunt voor een aantal van de maatregelen die de huidige bondsregering heeft geïnitieerd. Er wordt gesproken over het inkrimpen van de veestapel met 30%. Maar het conflict daarbij is: de consumenten hebben nog steeds een voedingspatroon waarin dierlijke producten een grote rol spelen. Een ommekeer in de landbouw vereist dat ook de consumenten hun gedrag veranderen. Deze voedseltransitie vordert echter maar heel langzaam.

 

Hoe gaat het met de transitie in de landbouw en hoelang zal het duren voordat alle bedrijven klimaatvriendelijk werken?

Voor landbouw denk ik dat het nog heel lang zal duren, vergelijkbaar met de voedseltransitie. Hieruit blijkt wel: dit is een harde noot om te kraken. Daar moeten we ook als samenleving eerlijk over zijn. Een glas koemelk staat gelijk aan de CO2 -voetafdruk van zes minuten online streamen. Dit laat zien dat ook wij als individuele consumenten onderdeel zijn van het probleem. We moeten niet alleen naar energie, bouw of landbouw kijken en daar veranderingen eisen. Het is ook aan de consument.

 

Is de enorme herstructurering als gevolg van de energietransitie vergelijkbaar met die van de landbouw?

Nee, dat is niet te vergelijken. Bij de zogenaamde energietransitie gaat het in Duitsland aan de kant van de nutsbedrijven en de netbeheerders om een handvol grote bedrijven. In de landbouw daarentegen hebben we te maken met ongeveer 170.000 bedrijven die van de veeteelt leven. De transformatie van de landbouw vereist een zeer zorgvuldige ontwikkeling en heroriëntatie. Mijn boodschap aan de politiek is: houd er rekening mee dat verandering over de hele linie moet worden gemanaged. 170.000 bedrijven, dat is niet niks. We moeten zorgen voor een stabiel landbeheer, zodat Duitsland ook in tijden van nood zelfvoorzienend blijft. Tenslotte gaat het ook om het behoud van kennis. Dat een drone die over de velden vliegt het automatisch beter doet dan de melkveehouder is een misvatting.

 

Wat is uw visie op de toekomst: gaan jonge melkveehouders zich inzetten voor het realiseren van de klimaatdoelen of geven ze het op?

Als ik kijk naar de jonge melkveehouders met wie ik werk, kan ik zeggen: dit zijn zeer competente bedrijfsleiders. Er is nauwelijks een beroepsgroep met een groter aanpassingsvermogen dan melkveehouders – op voorwaarde dat het duidelijk is in welke richting het moet gaan en dat er plannings- en rechtszekerheid is. Daarom ben ik niet bezorgd dat gebieden braak zullen komen te liggen.

 

Meer artikelen

Meer nieuws op het gebied van bedrijven & coöperaties