Naar boven

15.04.2021

De RMO-chauffeur

Thorsten von Aschwege houdt van zijn job, ook al was hij vroeger een gepassioneerd melkveehouder.

“Ik had niet gedacht dat de job van RMO-chauffeur zo veeleisend zou zijn. Toen ik bij DMK begon, was ik in eerste instantie gewoon blij dat ik een baan had en tegelijkertijd iets zinvols kon doen. Samen met mijn leidinggevenden van het wagenpark in Edewecht zorg ik ervoor dat de route qua logistiek en tijd optimaal wordt gepland, wat een behoorlijke uitdaging is, vooral als er ­les zijn of bij problemen door sneeuwval. Hier kun je weleens op problemen stuiten, als plots alleen nog de boerderijen bereikbaar zijn waarvan de toegangswegen half sneeuwvrij zijn gemaakt.


Maar afgezien van al het rijden – ik leg 65.000 kilometer per jaar af - zijn het de vele gesprekken met de leden die voor mij heel belangrijk, maar ook veeleisend zijn. Ik haal iedere dag melk op bij 15 tot 20 melkveebedrijven en krijg veel mee van de stemming daar. Ik werk op het raakvlak tussen zuivelcoöperatie en melkveehouderij en begrijp hun dagelijkse problemen maar tegelijkertijd ook de aanpak van DMK. In mijn directe contacten met leden - afgezien van coronatijden uiteraard – heb ik de kans om met kalmte en een luisterend oor voor hun problemen wat druk van de ketel te halen.

“Het voelde alsof ik een vangnet had gevonden.”

Tot een paar j jaar geleden was ik zelf melkveehouder. Toen ik mijn boerderij na de zuivelcrisis in 2015 niet langer op een rendabele manier draaiende kon houden, moest ik er afstand van doen. Het boerenleven was alles voor me en ik kon lange tijd geen koeienstal binnengaan zonder me diep bedroefd te voelen. De start bij DMK was erg ­jn. Ik had het gevoel dat ik een vangnet had gevonden en kon professioneel in contact blijven met mijn collega’s, de melkveehouders. In de bestuurderscabine ben ik bovendien eigen baas en kan ik even ondernemend handelen als een melkveehouder. Ik beslis hoe een rit geoptimaliseerd kan worden en ik ben ook degene die meteen ziet wat er op de wegen gebeurt.


Dit maakt het ook mogelijk effciënter te plannen in termen van tijd en kosten. Dat stimuleert me. Ik zou graag zien dat de samenleving in de toekomst meer respect, erkenning en waardering voor de agrarische sector toont. Daartoe moeten alle betrokkenen de handen ineenslaan en een gemeenschappelijk traject uitstippelen.”

Meer artikelen

Meer nieuws op het gebied van zaken & politiek